- Volgens het Brown-Driver-Briggs lexicon is het woord נְקֵבָה een zelfstandig naamwoord wat betekent ‘vrouwelijk’. Hierbij kan het verwijzen naar mensen en naar dieren. Dit woord is dus in principe alleen een zelfstandig en geen bijvoeglijk naamwoord.
- Volgens dit lexicon kan het woord זָכָר een zelfstandig of een bijvoeglijk naamwoord zijn. In het Bijbels Hebreeuws is er niet altijd een scherpe scheiding tussen een bijvoeglijk en een zelfstandig naamwoord. Maar om te bepalen hoe dit vertaald zou worden, hebben we bestudeerd wanneer dit woord voorkomt in het Oudere Verbond. Zo kunnen we namelijk ook vaststellen of dit zelfstandig of bijvoeglijk gebruikt wordt.
- Bijna altijd komt duidelijk uit de context naar voren dat זָכָר en נְקֵבָה dienen als zelfstandig naamwoord. Van de 82 keer dat זָכָר voorkomt, staat dit meestal op zichzelf of in status constructus of appositie met een zelfstandig naamwoord ervoor. Een enkele keer lijkt een vertaling met een bijvoeglijk naamwoord ook een mogelijkheid te zijn. Dit is bijvoorbeeld in Genesis 1:27, Exodus 12:5, Leviticus 22:19, Numerie 3:40,43, Deuteronomium 4:16 en Jeremia 20:15. Al deze verzen zouden wellicht als bijvoeglijk naamwoord gelezen en vertaald kunnen worden, maar ook goed als zelfstandig naamwoord. Om deze reden kiezen we ervoor om זָכָר als zelfstandig naamwoord te vertalen.
- In het Bijbels Hebreeuws is er voor zover wij hebben gevonden geen woord voor ‘geslacht’ en aangezien זָכָר en נְקֵבָה verwijzen naar mensen of dieren (en een enkele keer beelden/gelijkenissen) van het mannelijk geslacht en het vrouwelijk geslacht, hebben we ervoor gekozen om in de vertaling dit ook duidelijk naar voren te laten komen.
- Op deze manier is het ook mogelijk om dit woord met ‘een/elke van het mannelijk/vrouwelijk’ te vertalen als zelfstandig naamwoord, wat in het Nederlands bij ‘mannelijke/vrouwelijke’, bijvoeglijk naamwoord zijnde, niet het geval is.
- Bovendien komt de verwijzing naar Jesjoea als mannelijk offerlam ook meer naar voren met de vertaling ‘een van het mannelijk geslacht’ dan met ‘mannetje’ in de context van het offeren van dieren.
- Voor de duidelijkheid van de vertaling hebben we in plaats van ‘mannelijk’ en ‘vrouwelijk’ ervoor gekozen om ‘geslacht’ er ook bij te zetten. Hierdoor wordt de vertaling van deze woorden een zelfstandig naamwoord ‘een van mannelijk/vrouwelijk geslacht’ in plaats van een bijvoeglijk naamwoord ‘mannelijk/vrouwelijk’. Zeker in deze tijd waarin helaas regelmatig verwarring rondwaart over geslacht, is het belangrijk dat in de Bijbelvertaling geslacht duidelijk naar voren komt zoals het er staat in het Hebreeuws, namelijk als ‘mannelijk geslacht’ en ‘vrouwelijk geslacht’.
- Komt 82 keer voor in het Oudere Verbond
- Komt van de wortel זָכַר – wat betekent: herinneren/in herinnering brengen/eraan denken
- Verder van deze wortel: זֵכֶר – wat betekent: aandenken (herinnering/gedenkteken)
- Verder van deze wortel זִכְרוֹן – wat betekent; gedenksteen/gedenkteken
- זָכָר zelf komt 82 keer voor in de Eerst Verbondstekst
- Volgens het Brown-Driver-Briggs woordenboek is dit woord een zelfstandig naamwoord en een bijvoeglijk naamwoord en wordt het gebruikt voor mensen en dieren.
- In het Brown-Driver-Briggs verwijzen ze naar het Arabic Dictionary van Lane en zeggen ze dat זָכָר wellicht verbonden is met een idee van ‘scherp zijn/be sharp’.
- Komt 22 keer voor in het Oudere Verbond: 21 keer in de Torah en 1 keer in Jeremia
- Komt van de wortel נָקַב – wat betekent:
- pierce/doorboren;
- lasteren/bepalen/curse/(ver)vloeken;
- נְקֵבָה zelf komt 22 keer voor in de Eerste Verbondstekst
- Volgens het Brown-Driver-Briggs woordenboek is dit woord een zelfstandig naamwoord en kan het gebruikt worden voor mensen en voor dieren.
- זָכָר komt 82 keer voor waarvan 67 keer alleen
- נְקֵבָה komt 22 keer voor waarvan 7 keer alleen
- Samen komen ze 15 keer voor
- Bij schepping – mensen
- In de ark – dieren
- Besnijdenis – mensen
- Offerdieren – mannelijk mooi want verwijzing Jesjoea
- Vrijkopen eerstgeborene – alleen dieren – ander woord voor menselijke eerstgeborenen
- Eten van offers – mensen
- Onreinheid vrouw na geboorte kind – mensen
- Niet slapen met… – mensen
- Doden personen – mensen
- Wijden personen – mensen
- Tellen personen – mensen
- Tsaraät ziekte – mensen
- Geboorte kind – mensen
- Niet maken beeltenis van mannelijk/vrouwelijk geslacht
- Etc.
Bronnen:
Biblehub. Bezocht op 27 juni 2025. https://biblehub.com/
Brown, Francis, en S.R. Driver, en Charles A. Briggs, editors, en Edward Robinson, en William Gesenius. A Hebrew and English lexicon of the Old Testament: With an appendix containing the Biblical Aramaic. Clarendon Press, 1977.
Lettinga, J.P., en M.F.J. Baasten, en W.Th. vanPeursen. Grammatica van het Bijbels Hebreeuws. Koninklijke Brill NV, 2012.
זָכָר | נְקֵבָה | |
Schepping – zelf. nw/
ook bijv. nw mogelijk |
||
Genesis 1:27 HEB: בָּרָ֣א אֹת֑וֹ זָכָ֥ר וּנְקֵבָ֖ה בָּרָ֥א NAS: He created him; male and female KJV: created he him; male and female INT: of God created male and female created |
Personen
Schepping אדם
Zelf. nw
Man en vrouw/mannelijk en vrouwelijk
*mannelijk en vrouwelijk wordt hier niet gezegd over dieren, alleen bij de schepping van de mens wordt het gezegd – naar het beeld van God zijn zij geschapen
–> mannelijk en vrouwelijk van geslacht schiep Hij hen (is dit dan niet nog steeds een bijv. nw zo?) |
Genesis 1:27 HEB: אֹת֑וֹ זָכָ֥ר וּנְקֵבָ֖ה בָּרָ֥א אֹתָֽם׃ NAS: him; male and female He created KJV: he him; male and female created INT: created male and female created |
Genesis 5:2 HEB: זָכָ֥ר וּנְקֵבָ֖ה בְּרָאָ֑ם NAS: He created them male and female, KJV: Male and female created INT: male and female created |
Personen
Schepping אדם
Man en vrouw/mannelijk en vrouwelijk
|
Genesis 5:2 HEB: זָכָ֥ר וּנְקֵבָ֖ה בְּרָאָ֑ם וַיְבָ֣רֶךְ NAS: them male and female, and He blessed KJV: Male and female created INT: male and female created blessed |
In de ark – zelf. nw | ||
-> bijv ‘een van het mannelijk en een van het vrouwelijk geslacht’ | ||
Genesis 6:19 HEB: לְהַחֲיֹ֣ת אִתָּ֑ךְ זָכָ֥ר וּנְקֵבָ֖ה יִֽהְיֽוּ׃ NAS: to keep [them] alive with you; they shall be male and female. KJV: to keep [them] alive with thee; they shall be male and female. INT: to keep for shall be male and female become |
Dieren
החי
In de ark |
Genesis 6:19 HEB: אִתָּ֑ךְ זָכָ֥ר וּנְקֵבָ֖ה יִֽהְיֽוּ׃ NAS: with you; they shall be male and female. KJV: with thee; they shall be male and female. INT: for shall be male and female become |
Genesis 7:3 HEB: שִׁבְעָ֥ה שִׁבְעָ֖ה זָכָ֣ר וּנְקֵבָ֑ה לְחַיּ֥וֹת NAS: by sevens, male and female, KJV: by sevens, the male and the female; INT: sevens sevens male and female to keep |
Dieren | Genesis 7:3 HEB: שִׁבְעָ֖ה זָכָ֣ר וּנְקֵבָ֑ה לְחַיּ֥וֹת זֶ֖רַע NAS: male and female, to keep KJV: the male and the female; to keep INT: sevens male and female to keep offspring |
Genesis 7:9 HEB: אֶל־ הַתֵּבָ֖ה זָכָ֣ר וּנְקֵבָ֑ה כַּֽאֲשֶׁ֛ר NAS: by twos, male and female, KJV: into the ark, the male and the female, INT: into the ark male and female as |
Dieren
|
Genesis 7:9 HEB: הַתֵּבָ֖ה זָכָ֣ר וּנְקֵבָ֑ה כַּֽאֲשֶׁ֛ר צִוָּ֥ה NAS: male and female, as God KJV: the male and the female, as INT: the ark male and female as had commanded |
Genesis 7:16 HEB: וְהַבָּאִ֗ים זָכָ֨ר וּנְקֵבָ֤ה מִכָּל־ NAS: Those that entered, male and female KJV: went in male and female INT: entered male and female of all |
Dieren/personen
Kan in principe ook over personen gaan |
Genesis 7:16 HEB: וְהַבָּאִ֗ים זָכָ֨ר וּנְקֵבָ֤ה מִכָּל־ בָּשָׂר֙ NAS: male and female of all KJV: male and female of all flesh, INT: entered male and female of all flesh |
Besnijdenis – zelf. nw | ||
-> bijv: elke/allen van het mannelijk geslacht | ||
Genesis 17:10 HEB: לָכֶ֖ם כָּל־ זָכָֽר׃ NAS: you: every male among you shall be circumcised. KJV: after thee; Every man child among you shall be circumcised. INT: shall be circumcised every male |
Personen
Mannen Besnijdenis
|
|
Genesis 17:12 HEB: לָכֶ֛ם כָּל־ זָכָ֖ר לְדֹרֹתֵיכֶ֑ם יְלִ֣יד NAS: And every male among you who is eight KJV: shall be circumcised among you, every man child in your generations, INT: shall be circumcised and every male your generations A who |
Personen
Mannen Besnijdenis
|
|
Genesis 17:14 HEB: וְעָרֵ֣ל ׀ זָכָ֗ר אֲשֶׁ֤ר לֹֽא־ NAS: But an uncircumcised male who KJV: And the uncircumcised man child whose INT: an uncircumcised male who is not |
Personen
Mannen Besnijdenis
Bijv: En een onbesnedene, een van het mannelijk geslacht die niet besneden is |
|
Genesis 17:23 HEB: כַּסְפּ֔וֹ כָּל־ זָכָ֕ר בְּאַנְשֵׁ֖י בֵּ֣ית NAS: every male among the men KJV: with his money, every male among the men INT: his money every male the men household |
Personen
Mannen Besnijdenis
|
|
Genesis 34:15 HEB: לָכֶ֖ם כָּל־ זָכָֽר׃ NAS: us, in that every male of you be circumcised, KJV: will we consent unto you: If ye will be as we [be], that every male of you be circumcised; INT: of you be circumcised every male |
Personen
Mannen Besnijdenis
|
|
Genesis 34:22 HEB: לָ֙נוּ֙ כָּל־ זָכָ֔ר כַּאֲשֶׁ֖ר הֵ֥ם NAS: that every male among us be circumcised KJV: people, if every male among us be circumcised, INT: us be circumcised every male after as they |
Personen
Mannen Besnijdenis
|
|
Genesis 34:24 HEB: וַיִּמֹּ֙לוּ֙ כָּל־ זָכָ֔ר כָּל־ יֹצְאֵ֖י NAS: and every male was circumcised, KJV: of his city; and every male was circumcised, INT: was circumcised and every male all went |
Personen
Mannen Besnijdenis
|
|
Genesis 34:25 HEB: וַיַּֽהַרְג֖וּ כָּל־ זָכָֽר׃ NAS: and killed every male. KJV: boldly, and slew all the males. INT: and killed every male |
Personen
Mannen vermoord |
|
Offerdier – zelf. nw/
ook bijv. nw mogelijk |
||
Exodus 12:5 HEB: שֶׂ֥ה תָמִ֛ים זָכָ֥ר בֶּן־ שָׁנָ֖ה NAS: shall be an unblemished male a year KJV: shall be without blemish, a male of the first INT: your lamb shall be an unblemished male old A year |
Offerdier
שה תמים זכר Juist mooi om mannelijk te schrijven – ook verwijzing naar Yeshua
Zelf. nw/mogelijk bijv. nw |
|
Besnijdenis – zelf. nw | ||
Exodus 12:48 HEB: ל֣וֹ כָל־ זָכָ֗ר וְאָז֙ יִקְרַ֣ב NAS: let all his males be circumcised, KJV: to the LORD, let all his males be circumcised, INT: be circumcised all his males and then come |
Personen
Mannen Besnijdenis
|
|
Eestgeborene vrijkopen – zelf. nw | ||
-> Bijv: die van het mannelijk geslacht | ||
Exodus 13:12 HEB: יִהְיֶ֥ה לְךָ֛ הַזְּכָרִ֖ים לַיהוָֽה׃ NAS: that you own; the males belong to the LORD. KJV: of a beast which thou hast; the males [shall be] the LORD’S. INT: you own the males to the LORD |
Dieren en personen
Eerstgeborene vrijkopen
Vers later gaat het over mensen maar met woorden בכור en אדם ipv זכר |
|
Exodus 13:15 HEB: פֶּ֤טֶר רֶ֙חֶם֙ הַזְּכָרִ֔ים וְכָל־ בְּכ֥וֹר NAS: to the LORD the males, the first offspring KJV: the matrix, being males; but all the firstborn INT: the first womb the males every firstborn |
Dieren
Eerstgeborene vrijkopen
Staat in contrast met menselijke eerstgeborenen Maar wel weer connectie – ook verwijzing naar Yeshua – die de baarmoeder opent en mannelijke eerstgeborene en “geslacht” werd
וכל בכור בני – en elke eerstgeborene van mijn zoons |
|
Offeren dieren – zelf. nw | ||
-> bijv: een volmaakte van het mannelijk geslacht | ||
Leviticus 1:3 HEB: מִן־ הַבָּקָ֔ר זָכָ֥ר תָּמִ֖ים יַקְרִיבֶ֑נּוּ NAS: he shall offer it, a male without defect; KJV: let him offer a male without blemish: INT: from the herd A male without shall offer |
Dieren offeren | |
Leviticus 1:10 HEB: הָעִזִּ֖ים לְעֹלָ֑ה זָכָ֥ר תָּמִ֖ים יַקְרִיבֶֽנּוּ׃ NAS: he shall offer it a male without defect. KJV: he shall bring it a male without blemish. INT: of the goats A burnt A male without shall offer |
Dieren offeren | |
Leviticus 3:1 HEB: מַקְרִ֔יב אִם־ זָכָר֙ אִם־ נְקֵבָ֔ה NAS: whether male or KJV: [it] of the herd; whether [it be] a male or female, INT: to offer whether male or female |
Dieren offeren
*Ook interessant: wat voor offers wordt dit expliciet bij benoemt en wanneer wordt er ook נקבה genoemd en wanneer alleen זכר
*En תמים
|
Leviticus 3:1 HEB: זָכָר֙ אִם־ נְקֵבָ֔ה תָּמִ֥ים יַקְרִיבֶ֖נּוּ NAS: or female, he shall offer KJV: whether [it be] a male or female, he shall offer INT: male or female without shall offer |
Leviticus 3:6 HEB: שְׁלָמִ֖ים לַיהוָ֑ה זָכָר֙ א֣וֹ נְקֵבָ֔ה NAS: he shall offer it, male or KJV: [be] of the flock; male or female, INT: of peace God male or female |
Dieren offeren | Leviticus 3:6 HEB: זָכָר֙ א֣וֹ נְקֵבָ֔ה תָּמִ֖ים יַקְרִיבֶֽנּוּ׃ NAS: it, male or female, without defect. KJV: male or female, he shall offer INT: male or female without shall offer |
Leviticus 4:23 HEB: שְׂעִ֥יר עִזִּ֖ים זָכָ֥ר תָּמִֽים׃ NAS: a goat, a male without defect. KJV: of the goats, a male without blemish: INT: A kid of the goats A male without |
Dieren offeren
*Ook interessant: hoe vaak staat er תמים bij en hoe vaak niet |
|
Over offerdier | Leviticus 4:28 HEB: עִזִּים֙ תְּמִימָ֣ה נְקֵבָ֔ה עַל־ חַטָּאת֖וֹ NAS: a goat, a female without defect, KJV: of the goats, a female without blemish, INT: of the goats without A female for his sin |
|
Over offerdier
|
Leviticus 4:32 HEB: קָרְבָּנ֖וֹ לְחַטָּ֑את נְקֵבָ֥ה תְמִימָ֖ה יְבִיאֶֽנָּה׃ NAS: he shall bring it, a female without defect. KJV: he shall bring it a female without blemish. INT: his offering A sin A female without shall bring |
|
Over offerdier
|
Leviticus 5:6 HEB: אֲשֶׁ֨ר חָטָ֜א נְקֵבָ֨ה מִן־ הַצֹּ֥אן NAS: he has committed, a female from the flock, KJV: which he hath sinned, a female from the flock, INT: which has committed A female from the flock |
|
Eten van offers – zelf. nw | ||
-> bijv: elke van het mannelijk geslacht | ||
Leviticus 6:18 HEB: כָּל־ זָכָ֞ר בִּבְנֵ֤י אַהֲרֹן֙ NAS: Every male among the sons of Aaron KJV: All the males among the children INT: Every male the sons of Aaron |
Personen
Eten van offers |
|
Leviticus 6:29 HEB: כָּל־ זָכָ֥ר בַּכֹּהֲנִ֖ים יֹאכַ֣ל NAS: Every male among the priests may eat KJV: All the males among the priests INT: Every male the priests may eat |
Personen
Eten van offers |
|
Leviticus 7:6 HEB: כָּל־ זָכָ֥ר בַּכֹּהֲנִ֖ים יֹאכְלֶ֑נּוּ NAS: Every male among the priests may eat KJV: Every male among the priests shall eat INT: Every male the priests may eat |
Personen
Eten van offers |
|
Onreinheid vrouw na geboorte kind – zelf. nw | ||
-> bijv: een van het mannelijk/vrouwelijk geslacht | ||
Leviticus 12:2 HEB: תַזְרִ֔יעַ וְיָלְדָ֖ה זָכָ֑ר וְטָֽמְאָה֙ שִׁבְעַ֣ת NAS: and bears a male [child], then she shall be unclean KJV: and born a man child: then she shall be unclean INT: gives and bears A male shall be unclean seven |
Personen
Onreinheid vrouw na geboorte kind |
|
Personen
Onreinheid vrouw na geboorte kind
Bijv: een van het vrouwelijk geslacht
Zelfde soort omschrijving over kind als vers hiervoor |
Leviticus 12:5 HEB: וְאִם־ נְקֵבָ֣ה תֵלֵ֔ד וְטָמְאָ֥ה NAS: she bears a female [child], then she shall be unclean KJV: But if she bear a maid child, then she shall be unclean INT: if A female bears shall be unclean |
|
Leviticus 12:7 HEB: תּוֹרַת֙ הַיֹּלֶ֔דֶת לַזָּכָ֖ר א֥וֹ לַנְּקֵבָֽה׃ NAS: for her who bears [a child, whether] a male or KJV: for her that hath born a male or a female. INT: is the law bears a male or A female |
Personen
Onreinheid vrouw na geboorte kind
Vers hiervoor בן en בת |
Leviticus 12:7 HEB: לַזָּכָ֖ר א֥וֹ לַנְּקֵבָֽה׃ NAS: [a child, whether] a male or a female. KJV: a male or a female. INT: a male or A female |
Niet slapen met… – zelf. nw | ||
Leviticus 15:33 HEB: אֶת־ זוֹב֔וֹ לַזָּכָ֖ר וְלַנְּקֵבָ֑ה וּלְאִ֕ישׁ NAS: and for the one who has a discharge, whether a male or a female, KJV: an issue, of the man, and of the woman, INT: hath discharge A male A female A man |
Personen
Onreinheid en niet slapen met…
|
Leviticus 15:33 HEB: זוֹב֔וֹ לַזָּכָ֖ר וְלַנְּקֵבָ֑ה וּלְאִ֕ישׁ אֲשֶׁ֥ר NAS: whether a male or a female, or a man KJV: of the man, and of the woman, and of him INT: discharge A male A female A man who |
Leviticus 18:22 HEB: וְאֶ֨ת־ זָכָ֔ר לֹ֥א תִשְׁכַּ֖ב NAS: You shall not lie with a male as one lies KJV: Thou shalt not lie with mankind, as with INT: with A male shall not lie |
Personen
Niet slapen met man/mannelijke als met vrouw
In combinatie met אִשָּׁה vrouw |
|
Leviticus 20:13 HEB: יִשְׁכַּ֤ב אֶת־ זָכָר֙ מִשְׁכְּבֵ֣י אִשָּׁ֔ה NAS: lies with a male as those who lie KJV: also lie with mankind, as he lieth INT: lies with A male lie A woman |
Personen
Man niet met man slapen
Ook met אִישׁ en אִשָּׁה – een man/איש mag niet slapen met een man/mannelijke/זכר als met een vrouw/אישה |
|
Offeren dieren – zelf. nw/
ook bijv. nw mogelijk |
||
Leviticus 22:19 HEB: לִֽרְצֹנְכֶ֑ם תָּמִ֣ים זָכָ֔ר בַּבָּקָ֕ר בַּכְּשָׂבִ֖ים NAS: for you to be accepted– [it must be] a male without defect KJV: [Ye shall offer] at your own will a male without blemish, INT: to be accepted without a male the cattle the sheep |
Offeren dieren | |
Wijden personen –zelf. nw | ||
-> bijv: jouw waarde van die/degene van het mannelijk/vrouwelijk geslacht | ||
Leviticus 27:3 HEB: וְהָיָ֤ה עֶרְכְּךָ֙ הַזָּכָ֔ר מִבֶּן֙ עֶשְׂרִ֣ים NAS: If your valuation is of the male from twenty KJV: And thy estimation shall be of the male from twenty INT: become your valuation the male old twenty |
Wijden personen
Mannelijk en vrouwelijk Naast זכר en נקבה woorden, ook paar keer איש aan begin/eind
|
|
Personen
Zelfde geval als mannen die gewijd werden in vers hiervoor |
Leviticus 27:4 HEB: וְאִם־ נְקֵבָ֖ה הִ֑וא וְהָיָ֥ה NAS: Or if it is a female, then your valuation KJV: And if it [be] a female, then thy estimation INT: if female he then |
|
Leviticus 27:5 HEB: וְהָיָ֧ה עֶרְכְּךָ֛ הַזָּכָ֖ר עֶשְׂרִ֣ים שְׁקָלִ֑ים NAS: then your valuation for the male shall be twenty KJV: then thy estimation shall be of the male twenty INT: then your valuation the male shall be twenty shekels |
Wijden personen
Mannelijk en vrouwelijk Naast זכר en נקבה woorden, ook paar keer איש aan begin/eind
|
Leviticus 27:5 HEB: עֶשְׂרִ֣ים שְׁקָלִ֑ים וְלַנְּקֵבָ֖ה עֲשֶׂ֥רֶת שְׁקָלִֽים׃ NAS: shekels and for the female ten KJV: shekels, and for the female ten INT: shall be twenty shekels the female ten shekels |
Leviticus 27:6 HEB: וְהָיָ֤ה עֶרְכְּךָ֙ הַזָּכָ֔ר חֲמִשָּׁ֥ה שְׁקָלִ֖ים NAS: of silver for the male, and for the female KJV: then thy estimation shall be of the male five INT: then your valuation the male shall be five shekels |
Wijden personen
Mannelijk en vrouwelijk Naast זכר en נקבה woorden, ook paar keer איש aan begin/eind
|
Leviticus 27:6 HEB: שְׁקָלִ֖ים כָּ֑סֶף וְלַנְּקֵבָ֣ה עֶרְכְּךָ֔ שְׁלֹ֥שֶׁת NAS: for the male, and for the female your valuation KJV: of silver, and for the female thy estimation INT: shekels of silver the female your valuation shall be three |
Leviticus 27:7 HEB: וָמַ֙עְלָה֙ אִם־ זָכָ֔ר וְהָיָ֣ה עֶרְכְּךָ֔ NAS: if it is a male, then your valuation KJV: and above; if [it be] a male, then thy estimation INT: and upward if male then your valuation |
Wijden personen
Mannelijk en vrouwelijk Naast זכר en נקבה woorden, ook paar keer איש aan begin/eind |
Leviticus 27:7 HEB: עָשָׂ֖ר שָׁ֑קֶל וְלַנְּקֵבָ֖ה עֲשָׂרָ֥ה שְׁקָלִֽים׃ NAS: shekels, and for the female ten KJV: shekels, and for the female ten INT: teen shekels the female ten shekels |
Tellen personen – zelf. nw | ||
-> bijv: elke van het mannelijk geslacht | ||
Numbers 1:2 HEB: שֵׁמ֔וֹת כָּל־ זָכָ֖ר לְגֻלְגְּלֹתָֽם׃ NAS: of names, every male, head by head KJV: of [their] names, every male by their polls; INT: of names every male head |
Optillen/tellen personen | |
Numbers 1:20 HEB: לְגֻלְגְּלֹתָ֔ם כָּל־ זָכָ֗ר מִבֶּ֨ן עֶשְׂרִ֤ים NAS: every male from twenty KJV: by their polls, every male from twenty INT: head every male old twenty |
||
Numbers 1:22 HEB: לְגֻלְגְּלֹתָ֔ם כָּל־ זָכָ֗ר מִבֶּ֨ן עֶשְׂרִ֤ים NAS: every male from twenty KJV: by their polls, every male from twenty INT: head every male old twenty |
||
Tellen Levieten | ||
Numbers 3:15 HEB: לְמִשְׁפְּחֹתָ֑ם כָּל־ זָכָ֛ר מִבֶּן־ חֹ֥דֶשׁ NAS: every male from a month KJV: by their families: every male from a month INT: their families every male old A month |
Tellen/registreren Levieten
|
|
Numbers 3:22 HEB: בְּמִסְפַּ֣ר כָּל־ זָכָ֔ר מִבֶּן־ חֹ֖דֶשׁ NAS: of every male from a month KJV: of them, according to the number of all the males, from a month INT: to the number of all the males old A month |
Tellen/registreren Levieten
|
|
Numbers 3:28 HEB: בְּמִסְפַּר֙ כָּל־ זָכָ֔ר מִבֶּן־ חֹ֖דֶשׁ NAS: of every male from a month KJV: In the number of all the males, from a month INT: the number of all the males old A month |
Tellen/registreren Levieten
|
|
Numbers 3:34 HEB: בְּמִסְפַּ֣ר כָּל־ זָכָ֔ר מִבֶּן־ חֹ֖דֶשׁ NAS: of every male from a month KJV: of them, according to the number of all the males, from a month INT: to the number of all the males old A month |
Tellen/registreren Levieten
|
|
Numbers 3:39 HEB: לְמִשְׁפְּחֹתָ֑ם כָּל־ זָכָר֙ מִבֶּן־ חֹ֣דֶשׁ NAS: every male from a month KJV: throughout their families, all the males from a month INT: their families all the males old A month |
Tellen/registreren Levieten
|
|
Eerstgeborenen en Levieten – zelf. nw/
ook bijv. nw mogelijk (dit is of bijv nw of status constructus of appositie) |
||
Numbers 3:40 HEB: כָּל־ בְּכֹ֤ר זָכָר֙ לִבְנֵ֣י יִשְׂרָאֵ֔ל NAS: firstborn male of the sons KJV: all the firstborn of the males of the children INT: every firstborn male of the sons of Israel |
Eerstgeborenen en Levieten
Met בכור
|
|
Numbers 3:43 HEB: כָל־ בְּכ֨וֹר זָכָ֜ר בְּמִסְפַּ֥ר שֵׁמ֛וֹת NAS: the firstborn males by the number KJV: And all the firstborn males by the number INT: and all the firstborn males the number of names |
Eerstgeborenen en Levieten
Met בכור
|
|
Tsaraät uit kamp – zelf. nw | ||
Numbers 5:3 HEB: מִזָּכָ֤ר עַד־ נְקֵבָה֙ NAS: both male and female; KJV: Both male and female shall ye put out, INT: male against and female |
Tsaraät uit kamp
|
Numbers 5:3 HEB: מִזָּכָ֤ר עַד־ נְקֵבָה֙ תְּשַׁלֵּ֔חוּ אֶל־ NAS: male and female; you shall send KJV: Both male and female shall ye put out, INT: male against and female shall send about |
Eten offers –zelf. nw | ||
Numbers 18:10 HEB: תֹּאכֲלֶ֑נּוּ כָּל־ זָכָר֙ יֹאכַ֣ל אֹת֔וֹ NAS: it; every male shall eat KJV: [place] shalt thou eat it; every male shall eat INT: shall eat every male shall eat shall be holy |
Eten offers
Vers hierns staat wel בן en בת |
|
Tellen/registreren personen – zelf. nw | ||
Numbers 26:62 HEB: אֶ֔לֶף כָּל־ זָכָ֖ר מִבֶּן־ חֹ֣דֶשׁ NAS: every male from a month KJV: thousand, all males from a month INT: thousand every male old A month |
Tellen/registreren personen | |
Doden personen – zelf. nw | ||
-> bijv: allen van het mannelijk/vrouwelijk geslacht
En: door te liggen/slapen met een/iemand van het mannelijk geslacht |
||
Numbers 31:7 HEB: וַיַּֽהַרְג֖וּ כָּל־ זָכָֽר׃ NAS: and they killed every male. KJV: Moses; and they slew all the males. INT: killed every male |
Personen gedood
In vers 9 wordt wel gesproken over טַף en נשים (אִשָּׁה) – dus vrouwen en kleine kinderen en ook vee etc |
|
Personen die niet gedood zijn
Wel verbonden met vers hiervoor
SV En Mozes zeide tot hen: Hebt gij dan alle vrouwen laten leven? NBG en Mozes zeide tot hen: Hebt gij allen die van het vrouwelijk geslacht zijn laten leven? NBV ‘U hebt de vrouwen in leven gelaten?!’ zei hij. HSV En Mozes zei tegen hen: Hebt u alle vrouwen laten leven? NaB Mozes zegt tot hen: ge hebt al wat vrouw is laten leven?- WV Mozes vroeg hun: ‘Hebt u de vrouwen in leven gelaten? NBV21 ‘U hebt de vrouwen in leven gelaten?!’ zei hij. Naardense2014 Mozes zegt tot hen: |
Numbers 31:15 HEB: הַֽחִיִּיתֶ֖ם כָּל־ נְקֵבָֽה׃ NAS: all the women? KJV: unto them, Have ye saved all the women alive? INT: spared all the women |
|
Numbers 31:17 HEB: הִרְג֥וּ כָל־ זָכָ֖ר בַּטָּ֑ף וְכָל־ NAS: every male among the little ones, KJV: Now therefore kill every male among the little ones, INT: kill every male the little every |
Doden mannelijken en vrouwen die met man, met een mannelijke, hebben gelegen
איש en אישה en טף in dit vers en זכר maar niet נקבה – het gaat er meer om dat de persoon mannelijk is bij de kinderen en dat de vrouwen hebben gelegen met een mannelijke volgens mij |
|
Numbers 31:17 HEB: אִ֛ישׁ לְמִשְׁכַּ֥ב זָכָ֖ר הֲרֹֽגוּ׃ KJV: man by lying with him. INT: man lying male and kill |
Doden mannelijken en vrouwen die met man, met een mannelijke, hebben gelegen
|
|
Numbers 31:18 HEB: יָדְע֖וּ מִשְׁכַּ֣ב זָכָ֑ר הַחֲי֖וּ לָכֶֽם׃ NAS: have not known man intimately, KJV: that have not known a man by lying INT: known lying man spare |
Doden mannelijken en vrouwen die met man, met een mannelijke, hebben gelegen
Weer niet נקבה maar wel אישה en טף |
|
Numbers 31:35 HEB: יָדְע֖וּ מִשְׁכַּ֣ב זָכָ֑ר כָּל־ נֶ֕פֶשׁ NAS: who had not known man intimately, all KJV: that had not known man by lying INT: known lying man all any |
Doden mannelijken en vrouwen die met man, met een mannelijke, hebben gelegen
Hier gaat het om נפש אדם (mensenwezen/ziel) bij de נשים (vrouwen) die niet met een mannelijke heeft gelegen |
|
Niet maken gesneden beeltenis – zelf. Nw/ook bijv. Nw mogelijk (waarschijnlijk niet want dit is waarschijnlijk een status constructus zie ook Biblehub-> תבנית in construct vorm) | ||
-> bijv: een gelijkenis van een/die van mannelijk of vrouwelijk geslacht | ||
Deuteronomy 4:16 HEB: סָ֑מֶל תַּבְנִ֥ית זָכָ֖ר א֥וֹ נְקֵבָֽה׃ NAS: the likeness of male or KJV: the likeness of male or female, INT: figure the likeness of male or female |
Niet maken gesneden beeltenis
Mannelijk en vrouwelijk
In verzen hierna ook over dieren en zon/maan etc |
Deuteronomy 4:16 HEB: זָכָ֖ר א֥וֹ נְקֵבָֽה׃ NAS: of male or female, KJV: the likeness of male or female, INT: of male or female |
Dieren – zelf. nw | ||
Deuteronomy 15:19 HEB: בִּבְקָרְךָ֤ וּבְצֹֽאנְךָ֙ הַזָּכָ֔ר תַּקְדִּ֖ישׁ לַיהוָ֣ה NAS: the firstborn males that are born KJV: All the firstling males that come INT: of your herd your flock males shall consecrate to the LORD |
Dieren
Wijden eerstgeborenen |
|
Besnijdenis – zelf. nw | ||
Joshua 5:4 HEB: הַיֹּצֵא֩ מִמִּצְרַ֨יִם הַזְּכָרִ֜ים כֹּ֣ל ׀ אַנְשֵׁ֣י NAS: out of Egypt who were males, all KJV: of Egypt, [that were] males, [even] all the men INT: came of Egypt were males all the men |
Personen
Besnijdenis mannen |
|
Familielijn – zelf. nw | ||
Joshua 17:2 HEB: בֶּן־ יוֹסֵ֛ף הַזְּכָרִ֖ים לְמִשְׁפְּחֹתָֽם׃ NAS: these [were] the male descendants KJV: of Shemida: these [were] the male children INT: the son of Joseph the male to their families |
Personen
Vers later over dochters die erven |
|
Doden personen – zelf. nw | ||
Judges 21:11 HEB: תַּעֲשׂ֑וּ כָּל־ זָכָ֗ר וְכָל־ אִשָּׁ֛ה NAS: every man and every KJV: Ye shall utterly destroy every male, and every woman INT: shall do every man and every woman |
Doden personen
זכר en אישה vrouwen die met זכר mannelijken hebben gelegen |
|
Judges 21:11 HEB: יֹדַ֥עַת מִשְׁכַּב־ זָכָ֖ר תַּחֲרִֽימוּ׃ NAS: woman who has lain with a man. INT: man lain A man shall utterly |
Doden personen
זכר en אישה vrouwen die met זכר mannelijken hebben gelegen
|
|
Judges 21:12 HEB: אִ֖ישׁ לְמִשְׁכַּ֣ב זָכָ֑ר וַיָּבִ֨יאוּ אוֹתָ֤ם KJV: by lying with any male: and they brought INT: A man lying male brought to |
Doden personen
זכר en אישה vrouwen die met זכר mannelijken hebben gelegen
|
|
1 Kings 11:15 HEB: וַיַּ֥ךְ כָּל־ זָכָ֖ר בֶּאֱדֽוֹם׃ NAS: and had struck down every male in Edom KJV: after he had smitten every male in Edom; INT: struck every male Edom |
Doden personen – mannen/mannelijken | |
1 Kings 11:16 HEB: הִכְרִ֥ית כָּל־ זָכָ֖ר בֶּאֱדֽוֹם׃ NAS: he had cut off every male in Edom), KJV: until he had cut off every male in Edom:) INT: had cut every male Edom |
Doden personen – mannen/mannelijken
|
|
Personen – zelf. nw | ||
2 Chronicles 31:16 HEB: מִלְּבַ֞ד הִתְיַחְשָׂ֣ם לִזְכָרִ֗ים מִבֶּ֨ן שָׁל֤וֹשׁ NAS: regard to their genealogical enrollment, to the males from thirty KJV: Beside their genealogy of males, from three INT: to their genealogical to the males old thirty |
||
2 Chronicles 31:19 HEB: מָנ֗וֹת לְכָל־ זָכָר֙ בַּכֹּ֣הֲנִ֔ים וּלְכָל־ NAS: to every male among the priests KJV: portions to all the males among the priests, INT: portions to every male the priests everyone |
||
Aantallen personen/genealogie – zelf. nw | ||
Ezra 8:3 HEB: וְעִמּ֛וֹ הִתְיַחֵ֥שׂ לִזְכָרִ֖ים מֵאָ֥ה וַחֲמִשִּֽׁים׃ NAS: and with him 150 males [who were in] the genealogical list; KJV: and with him were reckoned by genealogy of the males an hundred INT: accompanying the genealogical males an hundred and fifty |
Aantallen personen/genealogie | |
Ezra 8:4 HEB: וְעִמּ֖וֹ מָאתַ֥יִם הַזְּכָרִֽים׃ ס NAS: of Zerahiah and 200 males with him; KJV: and with him two hundred males. INT: with males |
Aantallen personen/genealogie
|
|
Ezra 8:5 HEB: שְׁלֹ֥שׁ מֵא֖וֹת הַזְּכָרִֽים׃ ס NAS: of Jahaziel and 300 males with him; KJV: and with him three hundred males. INT: three hundred males |
Aantallen personen/genealogie
|
|
Ezra 8:6 HEB: וְעִמּ֖וֹ חֲמִשִּׁ֥ים הַזְּכָרִֽים׃ ס NAS: of Jonathan and 50 males with him; KJV: of Jonathan, and with him fifty males. INT: with males |
Aantallen personen/genealogie
|
|
Ezra 8:7 HEB: וְעִמּ֖וֹ שִׁבְעִ֥ים הַזְּכָרִֽים׃ ס NAS: of Athaliah and 70 males with him; KJV: and with him seventy males. INT: with males |
Aantallen personen/genealogie
|
|
Ezra 8:8 HEB: וְעִמּ֖וֹ שְׁמֹנִ֥ים הַזְּכָרִֽים׃ ס NAS: of Michael and 80 males with him; KJV: and with him fourscore males. INT: with males |
Aantallen personen/genealogie
|
|
Ezra 8:9 HEB: וּשְׁמֹנָ֥ה עָשָׂ֖ר הַזְּכָרִֽים׃ ס NAS: of Jehiel and 218 males with him; KJV: and eighteen males. INT: eight teen males |
Aantallen personen/genealogie
|
|
Ezra 8:10 HEB: מֵאָ֥ה וְשִׁשִּׁ֖ים הַזְּכָרִֽים׃ ס NAS: of Josiphiah and 160 males with him; KJV: and threescore males. INT: an hundred and threescore males |
Aantallen personen/genealogie
|
|
Ezra 8:11 HEB: עֶשְׂרִ֥ים וּשְׁמֹנָ֖ה הַזְּכָרִֽים׃ ס NAS: of Bebai and 28 males with him; KJV: and with him twenty and eight males. INT: twenty and eight males |
Aantallen personen/genealogie
|
|
Ezra 8:12 HEB: מֵאָ֥ה וַעֲשָׂרָ֖ה הַזְּכָרִֽים׃ ס NAS: of Hakkatan and 110 males with him; KJV: and with him an hundred and ten males. INT: an hundred and ten males |
Aantallen personen/genealogie
|
|
Ezra 8:13 HEB: וְעִמָּהֶ֖ם שִׁשִּׁ֥ים הַזְּכָרִֽים׃ ס NAS: and Shemaiah, and 60 males with them; KJV: and with them threescore males. INT: with males |
Aantallen personen/genealogie
|
|
Ezra 8:14 HEB: וְעִמּ֖וֹ שִׁבְעִ֥ים הַזְּכָרִֽים׃ פ NAS: and Zabbud, and 70 males with them. KJV: and with them seventy males. INT: with males |
Aantallen personen/genealogie
|
|
Geboorte kind – zelf. Nw/
Tweede vers ook bijv. nw mogelijk(maar niet waarschijnlijk, zie hieronder…) |
||
Isaiah 66:7 HEB: לָ֖הּ וְהִמְלִ֥יטָה זָכָֽר׃ NAS: came, she gave birth to a boy. KJV: she was delivered of a man child. INT: her pain gave to a boy |
Personen
Geboorte kind
Zelf. nw |
|
Jeremiah 20:15 HEB: לְךָ֖ בֵּ֣ן זָכָ֑ר שַׂמֵּ֖חַ שִׂמֳּחָֽהוּ׃ NAS: A baby boy has been born KJV: saying, A man child INT: has been born A baby boy glad glad |
Personen
Geboorte kind
Zelf. nw/bijv. Nw -> dit is geen status constructus omdat de nikudiem/klinkers van בן daar niet op wijzen. Het is eerder een zelf nw בן met een bijv nw זכר óf, wat ik denk en hoe het ook vaak in andere vertalingen vertaald wordt, een zelf nw בן met een zelf nw זכר die in appositie staan tot elkaar. Dat zou dan vertaald worden als ‘een zoon, een van het mannelijk geslacht’ |
|
Man bevalt niet – zelf. nw | ||
Jeremiah 30:6 HEB: אִם־ יֹלֵ֖ד זָכָ֑ר מַדּוּעַ֩ רָאִ֨יתִי NAS: and see If a male can give birth. KJV: ye now, and see whether a man doth travail with child? INT: If give A male Why see |
Personen
Man bevalt niet
Zelf. nw |
|
Nekeva en gever – zelf. nw | ||
-> bijv: een van het vrouwelijk geslacht omringd/omsluit een kerel | ||
Personen
In dit vers in combinatie met גֶּבֶר kerel/man |
Jeremiah 31:22 HEB: חֲדָשָׁה֙ בָּאָ֔רֶץ נְקֵבָ֖ה תְּס֥וֹבֵֽב גָּֽבֶר׃ NAS: in the earth– A woman will encompass KJV: in the earth, A woman shall compass INT: A new the earth A woman will encompass A man |
|
In beeld/gelijkenis van mannelijke/man – zelf. nw | ||
-> bijv: beelden/gelijkenissen van een van mannelijk geslacht | ||
Ezekiel 16:17 HEB: לָ֖ךְ צַלְמֵ֣י זָכָ֑ר וַתִּזְנִי־ בָֽם׃ NAS: you, and made for yourself male images KJV: to thyself images of men, and didst commit whoredom INT: and made images male play |
In beeld/gelijkenis van mannelijke/man
Zelf. Nw -> dit staat in status constructus met צלמי |
|
Offeren dier, mannetje – zelf. nw | ||
-> bijv: en er is in zijn kudde een van het mannelijk geslacht | ||
Malachi 1:14 HEB: וְיֵ֤שׁ בְּעֶדְרוֹ֙ זָכָ֔ר וְנֹדֵ֛ר וְזֹבֵ֥חַ NAS: who has a male in his flock KJV: hath in his flock a male, and voweth, INT: has his flock A male and vows sacrifices |
Offeren dier, mannetje
Zelf. nw
Werkt dit met ‘mannelijk geslacht’ ipv ‘mannetje’? -> bijv: en er is in zijn kudde een van het mannelijk geslacht |